27 oktober 2014

Promopraatje


Ach, wat het is toch donker. Met het terugzetten van de klok komt de winter er in volle galop aan. Goed, de temperatuur is nog alleszins te doen, maar de blaadjes kleuren de stoep en zojuist heb ik voor het eerst weer de verwarming aangezet.

Denkend aan kou en kilte zie ik me ineens weer staan op een gure parkeerplaats, vanwaar ik me zoekend naar de ingang van Madurodam begeef. Mijn jas blijkt minder winddicht dan de belofte van de verkoper had doen vermoeden. Rillend stap ik het gebouw binnen, waar die middag de Week van Kinderen Veilig van start gaat, de bijeenkomst waar ik mijn blog aan over zal houden.

Inmiddels is bijna een jaar verstreken. De volgende Week nadert en door mijn toch wel persoonlijke band ermee, volg ik de ontwikkelingen op de voet. Dat wil zeggen: van tijd tot tijd raadpleeg ik de website en kijk vooral hoeveel activiteiten erop gemeld staan. Enkele maanden geleden besteedde ik er al kort aandacht aan in mijn blog Ideeën.

In het begin ging het maar mondjesmaat, wat wil je ook, het was nog zomer. Maar nu 17 november met rasse schreden nadert bezie ik het met wat meer benauwdheid. En een beetje afgunst. Want wat blijkt? Utrecht, Zuid-Holland en Brabant doen het goed, maar Noord-Holland en enkele andere provincies staan op een magere 1. Sommige provincies zijn niet eens van de 0 af. Geen overdonderend aantal activiteiten, nog niet in de buurt van vorig jaar. Minder belangstelling, minder aandacht, minder actie? Dat weiger ik te geloven.

Daarom is mijn blog deze week vooral een promopraatje. Op de eerste plaats roep ik natuurlijk alle Amsterdammers en de Amsterdamse scholen, clubhuizen, ziekenhuizen, welzijnsorganisaties, wetenschappers, hulpinstellingen enz. op om in of rond de Week van Kinderen Veilig aandacht te besteden aan kindermishandeling, op welke manier dan ook. Ludiek, feestelijk, serieus, het doet er niet toe. En daar melding van te maken op de website van de Week van Kinderen Veilig. Want zeg nou zelf, Amsterdammers: 1 activiteit, dat vinden wij toch onder de maat? Laten we Rotterdam ons de loef afsteken?

En hopla, Noord-Hollanders, meedoen allemaal! Drentenaren en Zeelanders, zorg dat je bevrijd raakt van de hatelijke 0. En in actie Limburgers, Friezen, Flevolanders, zij aan zij met ons, om ons cijfer toch minimaal tot een voldoende op te krikken. Het moet gewoon weer een fantastische week worden, zodat kindermishandeling en vooral de aanpak daarvan, van ons allemaal wordt.

Yes!

17 oktober 2014

Comfortabel


Deze oktoberdag laat zich van zijn beste kant zien. Het bonte bladerdek van de bomen krijgt een gouden gloed door de al laag hangende zon. Het is een dag om naar buiten te willen en de laatste warmte op te slurpen. Maar ik zit binnen en zie in de ramen aan de overkant hoe langzaam de kleur uit de lucht verdwijnt.

Als ik klaar ben met mijn blog, zal het donker zijn. Misschien tikken dan de eerste regendruppels op het raam en verlang ik niet langer naar buiten, maar naar behaaglijkheid. Behaaglijkheid die past bij donkere dagen, met een zachte wollen deken om de schouders en een glas rode wijn.

Behaaglijkheid en comfort zijn woorden die gevoelsmatig dicht bij elkaar liggen. Nu heb ik onlangs het begrip comfortabel opgepikt in een context die juist weinig met behaaglijkheid van doen heeft. Eerder het tegenovergestelde. Maar sindsdien heb ik het omarmd, omdat ik geloof in de kracht ervan.

Het begon tijdens een bijeenkomst, waar het melden van kindermishandeling ter sprake kwam en de rol van professionals daarbij. Iemand zei: "Het is belangrijk dat mensen zich comfortabel voelen om in actie te komen." Voor mij viel toen het kwartje.

Tot dat moment was ik niet verder gekomen dan inlevingsvermogen en begrip voor hoe moeilijk het kan zijn om kindermishandeling bespreekbaar te maken. Maar door het woord comfortabel zag ik ineens mogelijkheden. Een nieuw noodzakelijk perspectief. Want hoe gemakkelijk komt 'ja, maar..'  niet boven drijven? Kijk maar naar mijn vorige blog over weerstanden. Niet weten wat te doen, bevreesd zijn iets fout te doen, bang zijn dat ouders verhaal komen halen of om een vertrouwensrelatie op het spel te zetten, dat soort zaken.

Alleen: hoe moeilijk kan het zijn als je je comfortabel voelt bij wat je doet? Daarin schuilt volgens mij een oplossing naar verbetering. Een voorwaarde is wel dat iedereen, vanuit zichzelf of daartoe door anderen uitgenodigd, twee vragen beantwoordt. De eerste vraag is: wil ik écht iets bijdragen, als ik me zorgen maak om de veiligheid van een kind? En de tweede vraag is: wat heb ik nodig om me daarbij comfortabel te voelen?

Nu ik er zo over nadenk, ontdek ik ook voor mezelf meer opties dan voorheen. Dat ik advies kan vragen bij Veilig Thuis (nu nog het AMK) had ik al wel bedacht. Maar waarom niet een stapje verder gaan? Mocht het nodig zijn samen met een professional met verstand van zaken een gesprek oefenen en dat dan samen voeren? Om maar wat te noemen.

Wat ik kan, kunnen anderen ook. Denken in oplossingen in plaats van belemmeringen, is zo veel leuker om te doen. Ik zie in gedachten al een schat aan ideeën ontstaan, doordat mensen -individueel of in teamverband- met de twee vragen aan de slag gaan. Comfortabele oplossingen, van kleine en grote stappen. Waar kinderen dan profijt van hebben. Wat zou dat mooi zijn.

2 oktober 2014

Weerstanden


Eerlijk gezegd is de puf er een beetje uit. Het komt door de drukte van de week en het gejakker met tijd, waardoor ik nog nauwelijks heb kunnen nadenken over het onderwerp van deze week. Voor de hand liggend schrijven over de huisartsen die te weinig melden, het issue bij Nieuwsuur onlangs? Of alvast wat mijmeren over de Week van Kinderen Veilig in november en het aantal al gescoorde activiteiten per provincie? Puf, puf. Wat zegt Google? Ik tik maar weer eens obligaat het woord 'kindermishandeling' in.

Ik beland op de website van Stuk, het online platform van jongeren, tegen geweld in opvoeding en relaties. Tot mijn eigen verbazing zie ik deze site voor het eerst en ik ben meteen onder de indruk. Dat verbaast me dan weer niet, want de jongeren van Stuk hebben inmiddels al veel bekendheid verworven door eigen ervaringen creatief en didactisch in te zetten.

Kindermishandeling bespreken is geen kinderspel. Maar deze jongeren weten daar wel raad mee. On-line geven ze elkaar tips, met theater, workshops, filmpjes en interviews bereiken ze ook volwassenen. Er zou toch geen kind meer in de kou moeten staan, denk ik, nu ik zie hoeveel openingen Stuk biedt om mishandeling, misbruik en verwaarlozing bespreekbaar te maken.

Waarom gebeurt dat dan niet nog steeds niet voldoende? Omdat vele volwassenen net als ik de site van Stuk nog niet hebben gevonden? Ik word op een ander spoor gezet door schatkist aan mogelijkheden, samen te vatten onder de kop: weerstanden bij volwassenen. Van 'kan ik het wel herkennen?' tot 'een ander lost het wel op'. Niet dat het om nieuwe inzichten gaat, de verzameling voorbeelden dateert al van 2009.

Nu is er in vijf jaar wel iets veranderd. Er is een meldcode gekomen, die professionals handvatten geeft om in actie te komen bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Er zijn steeds meer trainingen beschikbaar. En de publieke aandacht, al dan niet via campagnes, is toegenomen en daarmee ook de publieke verontwaardiging.  Maar er is ook iets heel erg hetzelfde gebleven. Dat niemand zich zo maar gemakkelijk voelt om het gesprek aan te gaan, omdat er altijd wel een item uit die lange lijst van weerstanden van toepassing is.

Gelukkig biedt Stuk zelf een oplossing: "Het helpt wanneer je je weerstanden kent. Dan kan je daar wat tegen/mee doen. Een hele goede oefening van ons, gratis en voor niks". Aan de slag, dus. Met één klik op deze link is er een wereld te winnen.