26 juli 2014

Andere koers


De omvang en ernst van de ramp dringen zich andermaal en in doordringende stilte op. Het eindeloze uitladen en overbrengen van kisten naar de lijkwagens op vliegveld Eindhoven voltrekt zich voor de derde dag. Alleen het klapperen van vlaggen tegen de masten breekt door de lucht en zo nu en dan een commando voor de dragers. Er volgt nog een dag.

Toch gaat intussen, zoals het cliché luidt, het leven gewoon door. Anders, maar toch. En is er nog steeds reden om de link naar het thema van dit blog, kindermishandeling, te leggen: heel wat kinderen zijn er dagelijks beroerd aan toe omdat hun fundamentele bescherming faalt.

In februari ging mijn blog Wake-up call over vechtscheidingen, waarbij ouders met elkaar zo in strijd zijn dat het welzijn van hun kinderen daaraan ondergeschikt is geworden. Het woord vechtscheiding is volgens mij nog relatief nieuw maar al helemaal ingeburgerd. Even googelen en de hits vliegen je om de oren, evenals de tips om een vechtscheiding te voorkomen. Vechtscheidingen genereren enorm veel onmacht, dat lees ik eruit af. Mediators worden ingewisseld voor advocaten, rechters krijgen telkens terugkerende zaken te bespreken over eigendomsrecht en omgangsrecht en kinderen raken steeds verder in de knel. Gedwongen bemoeienis van jeugdzorg werkt vervolgens als het aanstampen van buskruit. En dus zoeken velen naar oplossingen, of het nu bemiddelaars zijn, hulpverleners of de overheid zelf.

De brief van Villa Pinedo in het al genoemde blog 'Wake-up call' is de belangrijkste oproep tot een staakt-het-vuren. Dat veel ouders ook zelf uit de klem, die ze met elkaar veroorzaken, willen komen blijkt intussen uit de wachtlijsten voor Kinderen uit de knel, een programma van het Lorentzhuis en het Kinder- en Jeugdtraumacentrum (KJTC).

Ook op ander niveau houden vechtscheidingen de gemoederen bezig. Het is één van de speerpunten van de Taskforce Kindermishandeling, die er in mei een expertmeeting aan wijdde. Verder wil de rijksoverheid door een effectievere aanpak van problematische scheidingen vooral de positie van kinderen verbeteren. Daarom heeft het ministerie van VWS via ZonMW een vraag uitgezet voor vier gemeentelijke pilots om "te experimenteren met het organiseren van (preventief) hulpaanbod door samenwerkende instanties aan gezinnen die te maken hebben met een (problematische) scheiding."

Pilots en experimenteren: het laat zien dat we nog geen afdoende antwoorden hebben op de vraag hoe we de zaken moeten aanpakken. Al blijft elke oplossing in mijn ogen in hetzelfde geworteld: dat vechters zichzelf de maat nemen (al dan niet met hulp) en erkennen dat ze zelf aan het roer staan en dus een andere koers kunnen inslaan.

19 juli 2014

Ramp



Sinds donderdag is het leven even niet meer normaal. Een vliegtuig in de Oekraïne uit de lucht geschoten. Ik hoorde van een collega dat een toestel uit Amsterdam was neergestort en ik wist niet hoe snel ik aan alle mogelijke beschikbare informatie op internet moest komen. Toch was de ramp nog niet meteen allesoverheersend. Het was een warme avond. We brachten die door aan zee, waar het nog druk was en de zon zich op zijn mooist liet ondergaan. Het vliegtuig kwam af en toe wel ter sprake, maar het was nog een verhaal van ver weg.

Op de terugweg kregen we via de autoradio flarden mee van de persconferentie. Daarna legde luchtvaartdeskundige Benno Baksteen uit wat hij kon afleiden uit de feiten: dat het meest waarschijnlijke scenario inderdaad het neerhalen van het toestel was. Vanaf dat moment besefte ik dat de gevolgen van deze crash anders zouden zijn dan wanneer het om een technisch falen was gegaan. Direct werd voelbaar hoe politieke instabiliteit en ermee gepaard gaand geweld onnoemelijk veel persoonlijk leed veroorzaakt. Leed, dat miljoenen mensen in de wereld dagelijks ervaren, maar dat nu geconcentreerd en snoeihard onze eigen levens raakt.

Fragmentarisch wordt ook duidelijk hoe omvangrijk deze ramp voor Nederland is. Uit sommige berichten lees ik dat er wel tachtig kinderen omgekomen zijn. Wat een impact moet dat hebben op andere kinderen, die ineens hun makkertje, klas- of schoolgenootje zijn kwijtgeraakt. Hoeveel kinderen zouden direct of indirect te maken krijgen met de dood van hun grootouders, hun geliefde tante, hun buurman? Het lijkt me een harde dobber om daar mee om te gaan, zeker als je eigen leven ook overhoop is gehaald.

Het is schoolvakantie en ik heb geen idee hoe scholen die leerlingen zijn verloren daar nu mee omgaan. De deuren van de school openstellen, bijeenkomsten organiseren, alle ouders en kinderen op de hoogte stellen of toch wachten tot de vakantie voorbij is? Zijn juffen en meesters erop voorbereid om kinderen op te vangen die hun vriendje missen of hun liefste oma? Mij lijkt dat alle scholen op een of andere manier moeten dealen met de ramp.

Naast alle hulp die op gang komt voor de direct betrokkenen, krijgen scholen daarom hopelijk ook bijstand. Slachtofferhulp Nederland heeft speciaal ruimte ingericht voor scholen op de website over de vliegramp met de MH17. Wellicht biedt de informatie en de verwijzing naar de toolkit van het Universitair Medisch Centrum houvast en kunnen scholen ook deskundigen inschakelen om hen te helpen. Ook hen wens ik veel sterkte.

13 juli 2014

Vuurtje stoken


Ook planningen lopen soms deuken op. Het begon met uitstel. Mijn vaste blogavond ging op aan een tochtje naar zee. De inhaalpoging op vrijdagochtend sneuvelde eveneens, overdag was er gewoon werk te doen en de avond was voor een druk en prachtig North Sea Jazz. Zaterdag doorkruisten we het land van Rotterdam via Nijmegen naar Maastricht. 's Avonds hield ik een schuin oog op Oranje en buiten werd intussen een vuurtje gestookt. Ik klapte eindelijk mijn laptop open. 

Uit mijn mini-archief diepte ik een bericht op over de Jongerentaskforce, die op zoek is naar nieuwe leden. De Jongerentaskforce is opgericht om jongeren een stem te geven in de aanpak van kindermishandeling. De leden ervan -een aantal van hen heb ik ontmoet- doen dat vol overgave, gewoon tussen de activiteiten van hun dagelijks leven door. Het brengt ze in gesprek met Tweede Kamerleden, bij de Kinderombudsman, aan tafel met de minister. Ze zijn te vinden op scholen, festivals en bij symposia. Vorig jaar verscheen een onderzoek van de Jongerentaskforce. Een boeiend document waarin jongeren onder andere aangeven wie volgens hen het beste kindermishandeling kan signaleren en aanpakken, en welke rol ze daarbij voor zichzelf zien weggelegd. 

Een stevige job dus, voor die jongeren. Dat ze nu op zoek zijn naar nieuwe leden snap ik. Want wat de inzet ook brengt, het kost veel tijd. Tijd die in drukke tienerlevens behoorlijk schaars kan zijn. Zouden jongeren zich gemakkelijk laten werven, vroeg ik me af. Voelen alleen kinderen die zelf mishandeling of verwaarlozing hebben ervaren zich aangesproken? Of zouden anderen, voor wie het wat meer ver-van-mijn-bed is, ook te porren zijn? 

Mijn gedachten gingen naar buiten, waar X onder aansporing van twee meiden van vijftien een vuurtje stookte. Het vuur was er niet alleen voor onze warmte, het diende vooral om een berg marshmallows van een gekarmeliseerd huidje te voorzien. Ik liet de laptop in de steek en voegde me bij de vuurstokers. In mijn achterhoofd de wervingsadvertentie voor de Jongerentaskforce.

De vlammen likten langs de houtbrokken, de meisjes pookten elk met een dikke tak in het vuur en probeerden er een fakkel van te maken. De marshmallows werden aan ijzeren pennen geregen en boven de gloeiende massa gehouden. Ik genoot van de warmte, de knisperende takken en het zachte warme snoepgoed, het woordeloos cement van daar samen zijn. Geen tijd meer voor een blog. Geen geschikt moment voor een praatje over een Jongerentaskforce die nieuwe leden zoekt.

Oranje wint, het vuur dooft, we gaan slapen. Aan het late zondagochtendontbijt vertel ik de meiden alsnog waar mijn blog over gaat en waarom ze  erin figureren...






3 juli 2014

Onmisbaar


Het kan natuurlijk niet, jezelf adviseren. En misschien schuur ik wel langs het randje van wat schrijven op persoonlijke titel vermag. Een beetje kritisch zijn over zaken waar ik zelf aan heb meegewerkt. Toch doe ik het. Omdat ik het belangrijk vind. Het komt omdat het nieuws is, in regionale media wel te verstaan. De colleges van alle zes gemeenten in de regio Amsterdam-Amstelland, hebben ingestemd met het advies voor de inrichting van een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, afgekort tot het tongbrekende AMHK.

Mooi, die gezamenlijke koers, en ook weer niks nieuws onder de zon, want in het hele land vindt deze omvorming plaats en gaan steunpunten huiselijk geweld en advies- en meldpunten kindermishandeling samen. Een goede ontwikkeling, omdat ondanks verschillen die er ook zijn, huiselijk geweld en kindermishandeling zo vaak hand in hand gaan. En omdat ik verwacht dat de aanpak vanuit het AMHK echt effectiever kan verlopen.

Toch geef ik mezelf een waarschuwing (en alle andere AMHK-vormers mogen die zich naar believen ook aantrekken). Of beter gezegd: neem ik een waarschuwing ter harte van een moeder die met huiselijk geweld te maken had, en die ons van advies voorzag tijdens een conferentie over de regionale aanpak. Een moeder die hulp had gevonden in de vrouwenopvang voor haar en haar kind. Een moeder, die niets liever wilde dan haar kind beschermen voor de angst, de onrust, het geweld. Een moeder, die wel naar een steunpunt huiselijk geweld zou gaan, maar met een boog om een centrum heen zou lopen als dat de naam 'kindermishandeling' zou dragen. Het risico ervan beticht te kunnen worden...

De waarschuwing van de moeder leerde me dat mensen die thuis onveilig zijn, zich veilig moeten weten als ze hulp zoeken, advies vragen, informatie willen. Zeker als er kinderen in het spel zijn. En dat luistert nauw. Ervaringsdeskundigen, om dat lelijke woord maar te gebruiken, zijn daarin onze beste adviseurs.

Er komt een nieuwe naam voor het AMHK, heb ik begrepen, een die appelleert aan veiligheid. Toch zit de crux hem niet alleen in de naam, maar ook in bejegening, begrip, deskundigheid en dat soort zaken. Voelen ouders en kinderen zich veilig en ondersteund als ze bij het AMHK aan de bel trekken? Daar moeten we ons van vergewissen. Telkens weer. Daarom heeft een AMHK naast professionals ook ervaringsdeskundigen nodig. En daarom zijn mensen, zoals de moeder van de conferentie, onmisbaar.