31 december 2014

Finale


Met deze bijdrage eindigt mijn blog "Een jaar over kinderen veilig". Zevenenveertig afleveringen zijn het geworden, niet precies één per week, maar toch: een respectabel aantal. Het is me niet altijd meegevallen om wekelijks een invalshoek te bedenken of tijd te vinden. December was karig bedeeld, maar deze laatste dag van 2014 is bestemd voor de finale.

Ik krijg haast. Het vuurwerk dondert al uren de hemel in en minuut voor minuut nadert het nieuwe jaar. De foto heb ik vanavond nog op mijn keukentafel in elkaar geprutst, zoals zo vaak door te spelen met licht, spiegels en dingetjes voor het grijpen. Dat dingetje voor het grijpen was deze keer een kerststal van 4 cm doorsnee. En toeval of niet, ineens valt de foto voor mijn gevoel samen met mijn blog. De kou zal maar door de kieren van je huis waaien. 'Bakske vol met stro' komt in me op, een zin uit het prachtige 'Je veux l'amour' van Raymond van het Groenewoud. Of je nu artiest bent of nog een kind, liefde wil iedereen. Ik word er bijna stichtelijk van.

Het afgelopen jaar heb ik veel en vaak nagedacht over mijn blog en wat ik daarin kon of van mezelf mocht melden. Ik ben ermee gestart om kindermishandeling onder de aandacht te brengen. In die missie ben ik geslaagd. Maar het is gemakkelijk preken voor eigen parochie. Daarom ben ik blij dat ik ook mensen heb bereikt, voor wie het thema geen dagelijkse kost is. In de loop van het jaar heb ik veel reacties gekregen van mensen die mijn blog volgden. Zo kwam ik te weten dat ik soms een gevoelige snaar raakte.

Eerder beschreef ik al eens mijn getallengekte. Nog steeds raadpleeg ik de statistieken. Na een zomerdip, waarin ik vreesde voor de houdbaarheid, volgde een fantastisch najaar. Ook mijn stiekeme privé-doel, om 1000 pageviews per maand te halen, is bereikt. Op dit moment staat de teller op 12.661. Hoeveel unieke personen mijn blog gelezen hebben weet ik niet. Ik schat dat het er een kleine 1000 zijn.

Het blog is ten einde, maar de afleveringen blijven wel te lezen. Wie zich de moeite getroost kan dus nog eens digitaal bladeren in de teksten en het onderliggende archief. Of ik opnieuw met een blog begin, weet ik nog niet. Het zal in ieder geval dan anders van opzet zijn en niet meer aan één thema gebonden. Misschien dat ik via deze pagina's ooit nog eens een nieuw blogadres doorgeef.

Rest me om jullie, mijn lezers, heel hartelijk te bedanken voor de niet aflatende aandacht. Jullie waren de stimulans om door te gaan. Want wie schrijft wil nu eenmaal gelezen worden. Velen van jullie namen de moeite om mijn blog via Twitter of eigen websites te promoten. Zonder die activiteiten was mijn lezerskring beslist veel kleiner gebleven.

Ik wens iedereen een gelukkig en gezond 2015 toe. En ik hoop dat alle kinderen mogen rekenen op een warm en veilig bestaan. Een kleine strohalm uit dat 'bakske vol' kan soms al voldoende zijn.

16 december 2014

Geen tik


Veel te veel tijd is verstreken sinds mijn vorige blog. Ik heb er voor mezelf wel een verklaring voor. Of noem het een smoes. Overdag rennen en 's avonds hondsmoe, mezelf met een bord naar de bank slepen om er pas af te komen als het tijd is om naar bed te gaan. Met de knagende gedachte, dat ik eigenlijk nog had moeten schrijven. Dat wel.

Gisteren heb ik mezelf weer even onder handen genomen, met wat hulp van buitenaf. Wat ik wil is simpel: op tijd naar huis gaan en energie overhouden voor andere zaken. Ik sprak voornemens uit en vandaag kreeg ik de eerste kans om ze te laten slagen. Het lukte redelijk, ik geef mezelf er een 7 voor. Of toch een 9, want ik schrijf weer een blog. Stiekem er tussenuit knijpen, dat geeft immers geen pas.

En ik had nog wat om kwijt te willen. Ik belandde namelijk in een discussie over slaan. Het is een bekende discussie als het over kindermishandeling gaat. De aloude vraag of het nu wel of niet mag, kinderen slaan, de pedagogische tik, duikelt telkens weer op. Recent nog hoorde ik iemand vergoelijkend zeggen dat hij echt niet slechter was geworden van dat pak voor zijn broek. 

Enkele maanden geleden haalde het onderwerp weer de kolommen van de krant. In Medisch Contact verscheen een artikel met uitleg over de pedagogische tik en het verschil met kindermishandeling. Niet per se slecht, was de strekking ervan. In een reactie verwierpen vier vertrouwensartsen deze zienswijze, in de Volkskrant en met een artikel in hetzelfde Medisch Contact. Beide opvattingen werden ondersteund met onderzoek.

Al lezend bemerkte ik iets merkwaardigs bij mezelf. Ik hechtte meer waarde aan het artikel dat paste bij mijn overtuiging. Het hielp me het andere te verwerpen. Niet bepaald een wetenschappelijk verantwoorde benadering. Ik ben geen wetenschapper hou ik mezelf maar voor. Maar als ik last heb van dit fenomeen, waarom anderen dan niet? En wat betekent dat voor de mogelijkheden om te beïnvloeden?

Ik ga ervan uit dat ouders hun kinderen liever niet slaan. Dat ze zich liever van andere manieren bedienen bij het opvoeden. Geweldloze bijvoorbeeld. Dat brengt me bij geweldloze communicatie. En daarover is ook weer het nodige te zeggen. 

29 november 2014

Afscheid nemen


Zachtgeel, heldergroen, lichtbruin, dieprood: de haag is een feest van kleuren, zeker nu de zon erop schijnt. Koolmeesjes en mussen vliegen druk heen en weer. De tuin blijft mijn aandacht trekken. Nu kan het nog. Binnenkort resteren dorre winterresten, met wat geluk afgedekt met een laagje sneeuw. Maar het houdt ook op om een andere reden: het huis is zo goed als verkocht.

Het afscheid nemen is daarmee begonnen. Niet langer meer elk weekend met de trein naar het zuiden, bevrijd zijn van het eindeloze geklep in de stiltecoupé, waar de vrijdagavond blijkbaar patent op heeft. Dat is winst. Maar de wekelijkse fietstochtjes in het soms onwerkelijk mooie heuvelland, de gemoedelijkheid van de stad en de nabijheid van Aken en Luik zal ik gaan missen. Als alternatief bestudeer ik alvast fietsroutes door de Ronde Hoep en de Utrechtse Heuvelrug, waar het ook mooi moet zijn.

Afscheid nemen is blijkbaar een rode draad in mijn leven, op dit moment. Sinds enkele weken heb ik een -onverwachte- overstap gemaakt in mijn werk. Ander onderwerp, andere uitvalsbasis. Maar intussen kom ik bijna dagelijks bij de oude collega's over de vloer en blijf ik me vanaf de kantlijn nog met de zaken bemoeien. Het mag nog even in deze interessante en spannende periode. De Advies- en Meldpunten Kindermishandeling en Steunpunten Huiselijk Geweld worden samengevoegd tot Veilig Thuis, in Amsterdam draaien medewerkers overuren om op 1 januari 'de tent' 24 uur per dag en 7 dagen per week draaiend te hebben. Terwijl de laatste besluiten over functies en financiering nog genomen moeten worden. Een beetje alsof de vloerbedekking al wordt gelegd terwijl het beton voor de vloer nog niet is gestort.

En dan is, met nog een maand te gaan, het einde van dit blog in zicht. Ook dat afscheid is zich al langzaam aan het voltrekken. De notities die ik tussentijds maakte om materiaal te verzamelen worden schaarser, ze zijn niet meer zo dringend nodig. Ik blader door oude afleveringen als door een fotoalbum vol herinneringen, steeds verder terug het jaar in. Daardoor zie ik dat ik in mijn tweede blog 'De truc van Suzy' een toezegging heb gedaan, die ik nog niet ben nagekomen.

De burgemeester als last resort. Ik bleef er stil over. Maar soms lossen de zaken zich vanzelf op. Juist afgelopen week, tijdens de Week van Kinderen Veilig, verscheen een column van burgemeester Van der Laan hierover in Metro. Met een boodschap die binnenkwam bij pers en publiek en die dag het nieuws domineerde.

Afscheid nemen. Of is het loslaten? Er valt nog veel over te mijmeren. Maar voor dit moment is het genoeg.

22 november 2014

Serious case review



Het nieuws kwam binnen als een mokerslag. Een Amsterdams kind is gedood door zijn psychisch verwarde vader. Wat er precies gebeurd is, weet ik  niet. Dat wil zeggen: ik weet niet meer dan wat ik uit de kranten erover heb opgepikt. De verhalen van buurtbewoners, die meldden dat ze tientallen keren de politie belden.

Door het voorval overpeinsde ik weer eens dat we in Nederland een automatisme missen. De afgelopen dagen stuitte ik via verschillende Twitterberichten op een documentaire: 'Baby P The untold story', het verhaal achter de dood van een 17 maanden oude baby. In Engeland, waar baby P woonde, vindt standaard een serious case review plaats als een kind door mishandeling om het leven komt. Daarbij wordt minutieus gekeken naar wie wat wanneer heeft gedaan en waarom gehandeld is zoals gehandeld is. Niet om te blameren (al zal een strafrechtelijke procedure ook zijn loop moeten hebben) maar om van te leren en herhaling van fouten te voorkomen.

Wat me onder meer uit deze documentaire bij bleef was de constatering van een professional: "We hebben het allemaal gemist, geen van ons heeft gezien hoe kwetsbaar het kind was." Voor de blauwe plekken van het kind had de moeder telkens weer verklaringen, die gaandeweg de waarneming kleurden. De objectieve feiten verloren daardoor hun betekenis en de oorzaak ervan werd niet gezien. Ook de impact van de nieuwe vriend van moeder bleef onopgemerkt.

Deze casus maakte -maar weer eens- duidelijk hoe belangrijk het is om informatie te delen. En dat het onderscheiden van meningen en feiten een zaak van levensbelang kan zijn. Een thema dat ook in Nederland aan gewicht en kwaliteit moet winnen. Ook (zelf)analyse van alle betrokken professionals van hun  handelwijze en de condities waarbinnen ze werken is cruciaal. Eveneens onmisbaar is de aandacht die er moet zijn voor het hele systeem, dat dus breder kan zijn dan alleen de verzorgende ouder.

Dat brengt me bij de kindcheck die met de wet Meldcode werd ingevoerd. Hieraan besteedde ik aandacht in mijn blog Pluis-niet-pluis. Bij de kindcheck moet een professional onderzoeken of kinderen gevaar lopen als een volwassen cliënt door medische of andere omstandigheden niet goed voor de kinderen kan zorgen. Zou de kindcheck zijn uitgevoerd bij het Amsterdamse jongetje, vraag ik me af. Of zouden we daarin een te nauwe blik hebben en alleen bij vrouwen vragen of ze verantwoordelijkheid dragen voor kinderen?

Wat zou het waardevol zijn als ook in Nederland de serious case review standaard wordt uitgevoerd.

9 november 2014

Voorzorg


Na een pauze van enkele weken haal ik de fiets weer van stal. Het weer belooft veel goeds, dus met een opgewekt gemoed ga ik van start. Dat valt tegen. Al na de eerste helling zijn de benen zwaar en wil ik het liefst meteen rechtsomkeert maken. Maar opgeven is geen optie, volgens de mij zelf opgelegde norm. De gemiddelde snelheid is beneden de maat als ik bezweet in Teuven arriveer. Daar voel ik, gevoed met cappuccino en vlaai, de kracht weer terugkeren. Ha!

Fris als een hoentje vlieg ik de eerste heuvel noordwaarts op om daarna weer in te kakken. Het voelt alsof ik door een stroopbad fiets. Pas als ik erin slaag mijn aandacht af te leiden van mijn gebrekkige tempo komt er zowaar wat vaart in. En met de vaart komen ook andere gedachten in mijn hoofd, waarvan een me van kleur doet verschieten. Geen seconde heb ik meer gedacht aan het verversen van mijn blog, deze week. Het zal wel komen doordat er nieuwe taken op mijn bordje liggen.

Het is natuurlijk metaforisch. Ik bespeur bij mezelf de neiging om het onderwerp 'kindermishandeling' onder te laten duiken, het uit mijn bewustzijn te bannen. Elke week schrijven valt niet mee, en ik ben blij dat het einde ervan in zicht is. Gelijktijdig trekt die gedachte een zware wissel. Want stel, je bent een kind dat mishandeld wordt, dat signalen afgeeft die niet worden begrepen, dat snakt naar een veilig bestaan en niet weet wanneer dat zal aanbreken... Een kind dat de optie niet heeft om rechtsomkeert te maken of de mishandeling uit zijn eigen systeem te bannen...

En ik had nog wel een hoopgevend onderzoek gezien. Het betrof een onderzoek naar de effectiviteit van een intensief begeleidingsprogramma VoorZorg. Bij VoorZorg bezoeken verpleegkundigen wel 40 keer jonge aanstaande moeders, tijdens de zwangerschap en in de eerste jaren daarna. Daarbij is er systematisch aandacht voor het verkleinen van risicofactoren, die tot kindermishandeling kunnen leiden. Het programma komt uit de Verenigde Staten waar het onder de naam Nurse Family Partnership al ruim 25 jaar succesvol wordt ingezet.

Uit een promotieonderzoek blijkt dat ook Nederland de jonge moeders beduidend gezonder gaan leven en dat het programma significant bijdraagt aan de vermindering van kindermishandeling. Het aantal meldingen daalde met maar liefst 40%. Toch verontrustte mij het nog altijd bovengemiddeld hoge cijfer van meldingen bij het AMK, voor deze risicovolle groep.

Maar winst is winst. Je gunt kinderen een goede start in het leven. Dus als ze, gewoon uit voorzorg, een  beetje rugwind mee kunnen krijgen, moeten we dat niet laten. Hoeven ze niet met zware benen bergop.


2 november 2014

Schudden


Altijd fijn om even in het buitenland te zijn. Dit prachtige weekend breng ik door in één van de -door mij te weinig gekende- parels van nabij. De Gentse gevels, wateren en temperaturen roepen associaties met Venetië op. Er is zo veel moois te zien dat ik vergeet dat de winkels er zowat allemaal gesloten zijn vanwege Allerheiligen.

We eten in een verbouwd slachthuis en dat is een feest. Maar mijn reisgenoot heeft nu de maag van streek en ligt op bed. Dat geeft mij de gelegenheid om de inmiddels beproefde methode in den vreemde toe te passen. Beetje googelen over hoe het gesteld is met kindermishandeling, de aanpak ervan of de aandacht ervoor. Handig dat onze Vlaamse buren zich daarvoor van onze eigen taal bedienen, zij het soms met wat andere woorden.

Mijn zoekactie brengt me al snel bij de website Kind en Gezin op een pagina over veiligheid. Achter een duidelijk zichtbare knop 'kindermishandeling' gaat veel informatie schuil, zo ook over het schudden van baby's: 'Schudden is schaden'.  Een ingesloten document bevat in begrijpelijke taal uitleg over het fenomeen Shaken Baby Syndrome (ook wel Shaken Impact Syndrome). Een paar duidelijke tips geven aan wat je in kritieke situaties kunt doen om de neiging tot schudden tegen te gaan. Al vind ik de aanwijzing 'reanimeer of bel de nooddienst' bij verslikking wel erg summier. Eens checken hoe dat in Nederland is geregeld.

Tsja. Er blijkt zat te vinden over de kwalijke gevolgen van het schudden van baby's, als je op het thema kindermishandeling zoekt. Maar welke kersverse ouder gaat een site over kindermishandeling raadplegen als de jongste telg zenuwslopend blijft huilen, dag na dag? Ik ben daarom eens in de wereld van opvoeding gedoken.

Heel het internet afstruinen is geen doen. Toch kwam ik wel pagina's tegen met redelijke informatie zoals bij www.opvoeden.nl en www.wij.nl. Al zou een voorlichtingsfilmpje niet misstaan. En ik frons mijn wenkbrauwen als ik op www.oudersonline.nl een artikel lees over huilbaby's. Hier krijgen moeders de tip om niet naar het consultatiebureau te gaan met wallen onder de ogen of als ze erg moe zijn. Wonderlijk. De achtergrond ervan zal wel zijn, dat je niet de verdenking op je mag laden een potentieel risico te zijn voor je kind, omdat je uitgeput bent, en misschien de kleine wel wilt smoren. Terwijl hulp dan juist meer dan ooit nodig zal zijn...

Nu kan het heil zeker niet alleen van internet komen. Daarom is het verheugend dat de kraamzorg een stevige rol voor zichzelf ziet. De kraamhulpen zien immers talrijke ouders met de allerjongsten. Vanuit het persoonlijke contact informatie overbrengen en het gesprek aangaan, is zeker zo belangrijk. Voor alle ouders, niet alleen voor zogenaamde risicofactoren. Waarbij vooral de mannen niet vergeten mogen worden, want in ruimt 50% van de gevallen zijn zij degenen die de fout in gaan!

Kijk, heb ik ook weer wat opgestoken van een weekendje over de grens.

27 oktober 2014

Promopraatje


Ach, wat het is toch donker. Met het terugzetten van de klok komt de winter er in volle galop aan. Goed, de temperatuur is nog alleszins te doen, maar de blaadjes kleuren de stoep en zojuist heb ik voor het eerst weer de verwarming aangezet.

Denkend aan kou en kilte zie ik me ineens weer staan op een gure parkeerplaats, vanwaar ik me zoekend naar de ingang van Madurodam begeef. Mijn jas blijkt minder winddicht dan de belofte van de verkoper had doen vermoeden. Rillend stap ik het gebouw binnen, waar die middag de Week van Kinderen Veilig van start gaat, de bijeenkomst waar ik mijn blog aan over zal houden.

Inmiddels is bijna een jaar verstreken. De volgende Week nadert en door mijn toch wel persoonlijke band ermee, volg ik de ontwikkelingen op de voet. Dat wil zeggen: van tijd tot tijd raadpleeg ik de website en kijk vooral hoeveel activiteiten erop gemeld staan. Enkele maanden geleden besteedde ik er al kort aandacht aan in mijn blog Ideeën.

In het begin ging het maar mondjesmaat, wat wil je ook, het was nog zomer. Maar nu 17 november met rasse schreden nadert bezie ik het met wat meer benauwdheid. En een beetje afgunst. Want wat blijkt? Utrecht, Zuid-Holland en Brabant doen het goed, maar Noord-Holland en enkele andere provincies staan op een magere 1. Sommige provincies zijn niet eens van de 0 af. Geen overdonderend aantal activiteiten, nog niet in de buurt van vorig jaar. Minder belangstelling, minder aandacht, minder actie? Dat weiger ik te geloven.

Daarom is mijn blog deze week vooral een promopraatje. Op de eerste plaats roep ik natuurlijk alle Amsterdammers en de Amsterdamse scholen, clubhuizen, ziekenhuizen, welzijnsorganisaties, wetenschappers, hulpinstellingen enz. op om in of rond de Week van Kinderen Veilig aandacht te besteden aan kindermishandeling, op welke manier dan ook. Ludiek, feestelijk, serieus, het doet er niet toe. En daar melding van te maken op de website van de Week van Kinderen Veilig. Want zeg nou zelf, Amsterdammers: 1 activiteit, dat vinden wij toch onder de maat? Laten we Rotterdam ons de loef afsteken?

En hopla, Noord-Hollanders, meedoen allemaal! Drentenaren en Zeelanders, zorg dat je bevrijd raakt van de hatelijke 0. En in actie Limburgers, Friezen, Flevolanders, zij aan zij met ons, om ons cijfer toch minimaal tot een voldoende op te krikken. Het moet gewoon weer een fantastische week worden, zodat kindermishandeling en vooral de aanpak daarvan, van ons allemaal wordt.

Yes!

17 oktober 2014

Comfortabel


Deze oktoberdag laat zich van zijn beste kant zien. Het bonte bladerdek van de bomen krijgt een gouden gloed door de al laag hangende zon. Het is een dag om naar buiten te willen en de laatste warmte op te slurpen. Maar ik zit binnen en zie in de ramen aan de overkant hoe langzaam de kleur uit de lucht verdwijnt.

Als ik klaar ben met mijn blog, zal het donker zijn. Misschien tikken dan de eerste regendruppels op het raam en verlang ik niet langer naar buiten, maar naar behaaglijkheid. Behaaglijkheid die past bij donkere dagen, met een zachte wollen deken om de schouders en een glas rode wijn.

Behaaglijkheid en comfort zijn woorden die gevoelsmatig dicht bij elkaar liggen. Nu heb ik onlangs het begrip comfortabel opgepikt in een context die juist weinig met behaaglijkheid van doen heeft. Eerder het tegenovergestelde. Maar sindsdien heb ik het omarmd, omdat ik geloof in de kracht ervan.

Het begon tijdens een bijeenkomst, waar het melden van kindermishandeling ter sprake kwam en de rol van professionals daarbij. Iemand zei: "Het is belangrijk dat mensen zich comfortabel voelen om in actie te komen." Voor mij viel toen het kwartje.

Tot dat moment was ik niet verder gekomen dan inlevingsvermogen en begrip voor hoe moeilijk het kan zijn om kindermishandeling bespreekbaar te maken. Maar door het woord comfortabel zag ik ineens mogelijkheden. Een nieuw noodzakelijk perspectief. Want hoe gemakkelijk komt 'ja, maar..'  niet boven drijven? Kijk maar naar mijn vorige blog over weerstanden. Niet weten wat te doen, bevreesd zijn iets fout te doen, bang zijn dat ouders verhaal komen halen of om een vertrouwensrelatie op het spel te zetten, dat soort zaken.

Alleen: hoe moeilijk kan het zijn als je je comfortabel voelt bij wat je doet? Daarin schuilt volgens mij een oplossing naar verbetering. Een voorwaarde is wel dat iedereen, vanuit zichzelf of daartoe door anderen uitgenodigd, twee vragen beantwoordt. De eerste vraag is: wil ik écht iets bijdragen, als ik me zorgen maak om de veiligheid van een kind? En de tweede vraag is: wat heb ik nodig om me daarbij comfortabel te voelen?

Nu ik er zo over nadenk, ontdek ik ook voor mezelf meer opties dan voorheen. Dat ik advies kan vragen bij Veilig Thuis (nu nog het AMK) had ik al wel bedacht. Maar waarom niet een stapje verder gaan? Mocht het nodig zijn samen met een professional met verstand van zaken een gesprek oefenen en dat dan samen voeren? Om maar wat te noemen.

Wat ik kan, kunnen anderen ook. Denken in oplossingen in plaats van belemmeringen, is zo veel leuker om te doen. Ik zie in gedachten al een schat aan ideeën ontstaan, doordat mensen -individueel of in teamverband- met de twee vragen aan de slag gaan. Comfortabele oplossingen, van kleine en grote stappen. Waar kinderen dan profijt van hebben. Wat zou dat mooi zijn.

2 oktober 2014

Weerstanden


Eerlijk gezegd is de puf er een beetje uit. Het komt door de drukte van de week en het gejakker met tijd, waardoor ik nog nauwelijks heb kunnen nadenken over het onderwerp van deze week. Voor de hand liggend schrijven over de huisartsen die te weinig melden, het issue bij Nieuwsuur onlangs? Of alvast wat mijmeren over de Week van Kinderen Veilig in november en het aantal al gescoorde activiteiten per provincie? Puf, puf. Wat zegt Google? Ik tik maar weer eens obligaat het woord 'kindermishandeling' in.

Ik beland op de website van Stuk, het online platform van jongeren, tegen geweld in opvoeding en relaties. Tot mijn eigen verbazing zie ik deze site voor het eerst en ik ben meteen onder de indruk. Dat verbaast me dan weer niet, want de jongeren van Stuk hebben inmiddels al veel bekendheid verworven door eigen ervaringen creatief en didactisch in te zetten.

Kindermishandeling bespreken is geen kinderspel. Maar deze jongeren weten daar wel raad mee. On-line geven ze elkaar tips, met theater, workshops, filmpjes en interviews bereiken ze ook volwassenen. Er zou toch geen kind meer in de kou moeten staan, denk ik, nu ik zie hoeveel openingen Stuk biedt om mishandeling, misbruik en verwaarlozing bespreekbaar te maken.

Waarom gebeurt dat dan niet nog steeds niet voldoende? Omdat vele volwassenen net als ik de site van Stuk nog niet hebben gevonden? Ik word op een ander spoor gezet door schatkist aan mogelijkheden, samen te vatten onder de kop: weerstanden bij volwassenen. Van 'kan ik het wel herkennen?' tot 'een ander lost het wel op'. Niet dat het om nieuwe inzichten gaat, de verzameling voorbeelden dateert al van 2009.

Nu is er in vijf jaar wel iets veranderd. Er is een meldcode gekomen, die professionals handvatten geeft om in actie te komen bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Er zijn steeds meer trainingen beschikbaar. En de publieke aandacht, al dan niet via campagnes, is toegenomen en daarmee ook de publieke verontwaardiging.  Maar er is ook iets heel erg hetzelfde gebleven. Dat niemand zich zo maar gemakkelijk voelt om het gesprek aan te gaan, omdat er altijd wel een item uit die lange lijst van weerstanden van toepassing is.

Gelukkig biedt Stuk zelf een oplossing: "Het helpt wanneer je je weerstanden kent. Dan kan je daar wat tegen/mee doen. Een hele goede oefening van ons, gratis en voor niks". Aan de slag, dus. Met één klik op deze link is er een wereld te winnen.

25 september 2014

Meester Bart


Mijn postvak leidt een eenzaam bestaan. Ik worstel me digitaal door het leven en moet mezelf er af en toe aan herinneren dat een van die opgestapelde plastic bakjes naast het kopieerapparaat mijn naam draagt. Soms vind ik er ook wat in, bovenop het stapeltje oude poststukken, want weggooien was nooit mijn sterkste kant. 

Laatst nam ik weer eens poolshoogte en vond een stukje uit een krant. Het bleek een column van Meester Bart, uit de Spits van 11 september. Een collega dacht dat het wel wat voor mij zou zijn. Ze had gelijk. "Levenslang" heet de column (die ook een digitale versie kent).  Meester Bart beschrijft wat hij ziet, signalen van kindermishandeling, bij leerlingen die niet naar huis willen. Hij belde ooit aan bij een leerling waar het geschreeuw van binnen tot buiten te horen was en toch niet werd opengedaan. 

Een docent die het ziet. Een docent die weet wat hij moet doen. Daar werd ik vrolijk van. Meestal is het tegengestelde aan de hand, is de vraag altijd: waarom komen er zo weinig meldingen uit het onderwijs? Maar meester Bart bood hoop. Totdat ik verder las en geraakt werd door het dilemma waarmee hij zichzelf opzadelde. Hij zag wat gebeurde en deed niets. Een onmogelijke positie, noemt hij het. Door opvattingen of ervaringen, door onwetendheid, door handelingsverlegenheid? 

Ik ga meester Bart niks verwijten. Het is roerend dat hij over zijn ervaringen schrijft. Je voelt het ongemak. Dat is wezenlijk, belangrijk. Maar gelijktijdig is het droevig. Want achter deze meester gaan tientallen, honderden, misschien wel duizenden meesters en juffen schuil, die hetzelfde meemaken en ook niet weten wat ze moeten doen en dát ze iets kunnen doen. Die bang zijn om fouten te maken en verlammen en worstelen met hun dilemma's. En daardoor de kinderen, die ze zo graag willen helpen, uit onbeholpenheid in de steek laten. Wat moet dat pijn doen.

We kunnen het wel mooi bedenken met de wet Meldcode en dat iedereen die kindermishandeling signaleert dat bespreekbaar moet maken. De werkelijkheid is vele malen weerbarstiger, dat blijkt wel. We verwachten grootse daden van mensen die niet toegerust zijn. We verwachten misschien wel het onmogelijke. Dat leert me dat er nog een lange weg te gaan is, die ermee begint mensen die in hun dagelijks werk met kinderen te maken hebben te ondersteunen, bij te spijkeren, te trainen. Zodat ze zich wel comfortabel voelen (ook deze week geleerd) om in actie te komen. Investeren in het onderwijs: ik ben er helemaal voor! Dankzij meester Bart. 


18 september 2014

Fout voorbeeld


Wat kan een mens zich soms toch opwinden. Of laat ik het bij mezelf houden. Zo nu en dan spat het ongenoegen alle kanten uit, met wat krachttermen ondersteund. Dat had ik vroeger al en, hoewel milder nu, het blijft van tijd tot tijd de kop opsteken.

Vandaag ging ik ook weer lekker los, al was ik me bewust van de toch licht verbaasde blik van mijn gesprekspartners. Die overigens even later hetzelfde toontje meebliezen, ik verkeerde dus in goed gezelschap.

Maar wat moest er dan verketterd worden? Eigenlijk begon het heel onschuldig met een bericht over de app Info Delen (Apple of Google). Ha. Er is altijd veel te doen over het delen van informatie dus een behulpzame app was net wat ik zocht. De app biedt in overzichtelijke hoofdstukjes een handreiking om zorgvuldig informatie te delen. Voorbeelden ondersteunen de informatie. En juist één van die voorbeelden veroorzaakte mijn uitbarsting.

Het gaat om dit voorbeeld: "De kinderen van Y zijn getuigen van huiselijk geweld tussen Y en haar partner. Y weet dat dit geweld ook gevolgen heeft voor haar kinderen, maar Y slaagt er niet in haar kinderen voldoende te beschermen tegen dit geweld. Daarom heb ik haar gezegd dat ik een melding ga doen. Zij verzette zich hier heftig tegen. [...]"

Misschien is het voorbeeld in deze, nota bene door de rijksoverheid ontwikkelde, app ongelukkig gekozen en reageer ik te kort door de bocht. Maar de tekst staat er, en wat me eraan stoort is de enorme paradox die eruit spreekt.  Een moeder die van de ene kant klappen krijgt en van de andere kant de schuld. Alsof het haar niks kan schelen dat haar kinderen lijden. De impliciete beschuldiging is een vorm van oorzaak-gevolg denken. Terwijl in gewelddadige relaties doorgaans gedragspatronen verankerd zijn waarbinnen geen oorzaak en gevolg meer te ontdekken is.

Moeders ervaren deze paradox als de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de kinderen alleen op hun schouders geladen wordt en het aandeel van de partner buiten beschouwing blijft. En het is juist deze paradox waardoor moeders liefst mijlenver wegblijven van alles wat de naam kindermishandeling draagt, zeker meldpunten. Zo roept de ene paradox, die van de beschuldiging, de andere paradox, die van het ontwijken van vaak gewenste en noodzakelijke hulp, op.

Weinig effectief. Afijn, laten we het erop houden dat het gewoon een stom en ongelukkig gekozen voorbeeld is. En hopen dat de verder prima app als de wiedeweerga wordt aangepast.

11 september 2014

Gouden tips


Nog nauwelijks is mijn blog aan de buitenwereld prijs gegeven of er plopt een herinneringsbericht op voor de volgende editie. Waar moet ik in hemelsnaam de tijd vandaan halen? Sinds de vakantie lijkt het of ik met een 2-0 achterstand door het leven ren, als target van een e-mailaanval en hijgend alle afspraken achterna. Die herinnering is de druppel, ik heb er even helemaal genoeg van.

Dat was vorige week en dus verscheen er geen nieuw bericht. Als bijkomend voordeel hoefde ik ook geen last te hebben van geen inspiratie. Een beetje yoga, een vleugje meditatie en een nachtje goed doorslapen deden de rest. Dat loonde, want zo maar midden in de week, stroomden ineens de 'gouden tips' binnen. Hoefde ik niks voor te doen, behalve dan die e-mailaanval te ondergaan.

In mijn blog Juryrapport maakte ik melding van de innovatieprijs aanpak kindermishandeling. De dag van de uitreiking leverde nog meer moois op, meldde het recente bericht van de organisatoren. Aan tafels discussiëren en dan één gouden tip leveren, was de vraag, met een rijke oogst als gevolg. Ook ik zat deze week aan tafel met mensen die met veel passie ideeën leverden voor een betere aanpak. En in noord, oost, zuid en west komen mensen bij elkaar om te brainstormen over hoe het beter kan. Kindermishandeling raakt velen.

Aan ideeën dus geen gebrek, onze creatieve hoofden weten er zat te bedenken. Soms is de tijd ergens rijp voor en dansen dezelfde ideeën in verschillende verpakkingen op alle tafels. Vinden we met zijn alle hetzelfde wiel uit en net allemaal een beetje anders. Andere ideeën lijken eeuwig de recyclingcyclus te kunnen doorstaan. Weer andere staan met twee benen in de digitale wereld. Al geldt voor ieder idee dat het geen zier helpt als het de status van idee niet ontgroeit.

Daarom stel ik graag mijn zo maar verworven lijstje gouden tips ter beschikking. De bedenkers zullen er vast niks op tegen hebben als hun geesteskinderen schaamteloos worden gekopieerd en toegepast.

Gouden tips
  • Leg in de praktijk meer verbindingen en voorkom een versnipperde aanpak
  • Sluit aan bij de (digitale) beleefwereld van kinderen/jongeren, leg contact en spreek hun taal
  • Geef bekendheid aan jouw product bij landelijke organisaties (bijvoorbeeld VNG, Nji)
  • Faciliteer d.m.v. een databank de initiatieven zodat deze bij elkaar kunnen komen, het bij elkaar bekend is en er meer van elkaar geleerd kan worden
  • Organiseer de aanpak dicht bij (in de wijk waar kinderen wonen)
  • Maak de kring om het kind breder als het gaat over veiligheid
  • Zorg daar waar mogelijk dat ouders en kinderen samen praten over wat er is gebeurd
  • Maak een platform vechtscheidingen zonder bobo’s en betrek jongeren daarbij
  • Denk en handel altijd vanuit het kind
  • Denk en zorg voor meer volume en een groter bereik
  • In de beroepsopleidingen meer aandacht voor (signaleren) kindermishandeling
bron:Stade Advies

31 augustus 2014

Wennen


Zien jullie ze ook onwennig zwerven op hun rammelige fietsen? Studenten bewegen zigzaggend en groepsgewijs door hun nieuwe stad, slaan onverhoeds af of veroorzaken opstoppingen, terwijl ze meer met elkaar dan met het verkeer in de weer zijn. Je moet extra alert zijn om niet tegen iemand aan te botsen. Dat duurt een tijdje, dan kunnen de nieuwelingen de routes dromen en gaan ze naadloos op in de alledaagse ongeordende massa verkeersdeelnemers. Of we zien het geklungel niet meer, dan kan ook. Totdat volgend jaar weer een nieuwe nieuwe fase aanbreekt.

Sommige signalen moeten uitdoven: het zou een mooie boel worden als er alleen maar nieuwe verkeersontwrichtende wielrijders bij zouden komen. Maar er zijn ook signalen die verdwijnen waar dat niet de bedoeling is. Waarbij aangepast gedrag geen teken van een oplossing is, maar van het verbloemen van iets anders. Of het afwijkende duurt zo lang dat het normaal wordt, waardoor de attentiewaarde verdwijnt.

In het verkeer, bijvoorbeeld. Ik leerde van mijn motorinstructeur de truc om ieder verkeersbord dat ik zag even hardop te noemen. Zo realiseerde ik me dat ik veel meer zag dan waar ik me bewust van was: een enorm aantal tekens, seinen, waarschuwingen. Het niet tijdig reageren op een signaal in het verkeer kan levensbedreigend zijn. Het niet tijdig reageren op een signaal van kindermishandeling eveneens.

Net zo talrijk en verschillend als de fietsers in Amsterdam zijn de mensen die signalen van kindermishandeling kunnen oppikken, als ze maar weten waar ze naar moeten kijken. Dat kijken is voor iedereen verschillend. Zie je kinderen regelmatig of zo nu en dan, ken je de ouders, weet je waar een kind woont, ga maar zo door. De klassenmentor, de buschauffeur, de zwembadinstructeur, de conciërge, ze hebben elk vanuit hun beroep en betrokkenheid een andere relatie met kinderen en kunnen dus andere zaken waarnemen en duiden.

Maar dan moet je wel leren wat je moet zien, de weg kennen. Zoals die nieuwe studenten de plattegrond van hun nieuwe stad in het hoofd en in de fietsroutine krijgen. Daarom is het fijn dat Augeo daar tools voor heeft. Met veel kennis van hen en een beetje hulp van anderen zijn er on-linecursussen ontwikkeld voor tal van beroepsgroepen. Want op de keper beschouwd is het gewoon een kwestie van leren, waarbij wat hulp van een wegenkaart, een instructeur of een cursus onontbeerlijk is.











24 augustus 2014

Systemen


Na dagen waar alleen weermannen en droeve dichters van houden, was er dan toch een warme zondagzon en wemelde het van de wielrenners op de Limburgse wegen. Wat wil je. De vergezichten zijn ook hier adembenemend en de Schotse midges blijven je bespaard. Ik nam de les ter harte van Britse wielrijders en schakelde bergop een paar tandjes bij, naar een veel kleiner verzet dan ik tot dan gewend was. Met een verbluffend resultaat.

Zo dwalend in Nederlands-Belgisch grensgebied nam ik afscheid van de vakantie. Gedachten aan de afgelopen weken werden, soms bruut, verdrongen door die aan werk dat vanaf morgen weer voor me ligt. Een kleine 200 berichten wachten me op in de e-mailbox en daar zijn de Google-alerts, de nieuwsberichten, automatische meldingen en andere overbodigheden al uit gefilterd. Het aantal documenten dat ik moet lezen lijkt me op voorhand te veel en de uitnodigingen voor overleggen tollen over elkaar heen. Oef!

Systeem. Als chaos zich aandient verlang ik het meest naar systeem, naar ordentelijkheid. Of het nu gaat om agendabeheer of om complexe projecten: ik ben dol op schema's en overzichten, die bedoeld zijn om de chaos te beteugelen. Uit die overvolle brievenbus blijkt dat ik niet de enige ben die van systeem houdt. Ik kom oude en nieuwe stukken tegen met verwijzingen, handleidingen en gestructureerde adviezen.

Om het bij de aanpak van kindermishandeling te houden: het onderzoek van de Kinderombudsman naar preventie van kindermishandeling zit bij de mail. Tien punten waaraan een succesvolle aanpak moet voldoen. Het is lekker overzichtelijk, want ik herinner me van enkele jaren geleden nog de 55 punten van Jo Hermanns en de daaruit voortvloeiende Regionale Aanpak Kindermishandeling.

Ook stuit ik weer op de handreiking van de VNG, een geordende verzameling adviezen die ons tot een regionale aanpak moet brengen. Zelf werkte ik ooit mee aan de modelaanpak voor huiselijk geweld en kindermishandeling, die bouwstenen opleveren voor een succesvolle aanpak. Een onderzoek van de BMC-groep levert een matrix op van knelpunten en oplossingen.  Pakweg vijf systemen -en dat is geen uitputtende opsomming.

Het is zoeken naar de overkoepelende visie dan wel de onderlinge samenhang. Als we weer met onze regionale aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling aan de slag gaan, sluit ik niet uit dat we op zoek gaan naar een nieuw alomvattend systeem.






18 augustus 2014

Remlicht


Een brommend geluid wekt ons. Een gele helikopter hangt voor het raam van onze hut, ik kan de piloten zien. Even lijkt het erop, dat één van hen me toe gaat wuiven, maar dan zwenkt het toestel weg en verdwijnt uit het zicht. Meteen daarna verlegt het schip de koers naar een veld windmolens in zee. Zou het schip van zijn route zijn afgeweken en daarvoor gewaarschuwd?

Eenmaal in de haven maken we de spanbanden los en rijden de motoren het ruim uit. Het is weer even wennen aan rijden op Nederlandse bodem en aan rechts houden. De meer dan forse wind die ons in de flanken pakt doet niet onder voor die op het verre Isle of Lewis, waar mijn machine alsnog op een onverhoeds moment de bodem kuste.

Harde wind, regen en bochtige wegen, daar op Lewis, maar door mijn automatische transmissie kon ik de elementen en de wegen aan. Tot het ene moment van overmoed, waarin ik aangeboden hulp afsloeg en een onmogelijk steil heuveltje zelf nam. Ik denderde door de grasberm en eindigde op een zij. Stom. Met wat spierkracht van derden kwam de motor weer op zijn wielen en er leek verder niets aan de hand. Leek.

De voetrem bleek verbogen. Door een noodreparatie werd deze weer gangbaar, maar het remlicht deed het niet meer. Of deed het juist steeds. Ik wist het niet te beoordelen. Vanaf dat moment reed ik met een ander bewustzijn. Bracht ik mensen in gevaar als ik wilde remmen, zonder bijgeleverd lichtsignalen? Het duurde een dag voordat iemand bij een stoplicht me aansprak om me erop te wijzen dat mijn remlicht voortdurend brandde. Ik wist niks anders te bedenken dan schaapachtig te knikken.

Signalen zien en daarop adequaat reageren. Het blijkt telkens weer complex in de werkelijkheid. Een schel licht, dat maar niet dooft, het moet door honderden mensen zijn opgemerkt. Toch kreeg ik maar van één persoon een signaal dat er iets mis was. Veel anderen moeten het remlicht ook hebben gezien, zich erover hebben verwonderd. Misschien wilden wel meer mensen er iets van zeggen, maar waren de omstandigheden er niet naar, op een bochtige Schotse weg. En bood het wachten voor een stoplicht de juiste gelegenheid. Een gelegenheid die in ieder geval werd benut. Gelukkig maar, want helikopters bieden niet overal uitkomst.





11 augustus 2014

Nat


De nieuwsberichten maken voortdurend melding van de Drumhead Service. Er volgt een documentaire over shells (granaten), waar een groot tekort aan is. In Gretna zijn duizenden vrouwen ingezet om die te produceren, restanten van de fabriek zijn nog altijd zichtbaar. Opnamen tonen gewonde soldaten op draagbaren, soms benen missend, armen en hoofd ingezwachteld. Het Verenigd Koninkrijk is in de ban van de Eerste Wereldoorlog, toen miljoenen via de loopgraven de dood zijn in gejaagd.

Al zappend, op het te zachte bed van onze Bed & Breakfast, komen de beelden voorbij. De kamer toont ook de aanblik van een slagveld. Op de verwarming hangen handschoenen, jassen hangen uit over stoelen, sokken liggen gespreid te drogen, uit de mouw van de regenjas loopt nog steeds een klein straaltje water. Tassen en koffers nemen de rest van de grond in beslag, je moet slalommen om in de badkamer te komen.

Het is dus nat, heel erg nat, in Schotland. En het ziet ernaar uit, dat dat nog een aantal dagen aanhoudt. De mindere kant van het motorrijden. Maar een voordeel heeft het ook. In onze kamer is het warm, er zijn zat stopcontacten en er is een wifi-verbinding die werkt. Er kan dus een aflevering van mijn blog komen.

Ik tik chlld abuse en Scotland in. Mijn zoekactie brengt me bij een website van de NSPCC. Het blijkt een centrale organisatie die zich inzet voor de aanpak van kindermishandeling, al kan ik de betekenis van de letters zo snel niet achterhalen. Wel valt vrijwel onmiddellijk mijn oog op The Underware Rule,  een manier voor ouders om ze te beschermen tegen misbruik zonder al te beladen termen op hen los te laten, zoals misbruik en seks.

Wat uitleg helpt. Talk about Pants, daar gaat het om, en dat alles wat zich onder je ondergoed bevindt van jou is. Ik beschrijf het wat krakkemikkig, handiger is om zelf het filmpje en de uitleg erover te bekijken. Vraag ik me alleen nog af of er in Nederland ook dergelijke instructief acrostichon te bedenken is...






2 augustus 2014

Ideeën


De statistiekverslaving in mij steekt weer zijn kop op. Het komt door de vakantie. Het aantal pageviews  is de hele maand al lager dan me zint, ik loop achter op mijn doelstelling van 1000 gemiddeld per maand. Dus raadpleeg ik ijverig de statistieken, alsof ik door er vaker naar te kijken vanzelf het aantal lezers omhoog stuw. Niet dat het helpt. De teller van vandaag stond zojuist nog op 1.

Ik ben niet de enige die dagelijks naar cijfers kijkt. De Taskforce Kindermishandeling kan er vast ook wat van, maar dan om heel andere redenen. Voor de tweede keer organiseert de Taskforce in november een Week van Kinderen Veilig. Op een plattegrondje van Nederland is te zien hoeveel activiteiten er in die week staan gepland in elke provincie. Twee in Zuid-Holland en één in Noord-Brabant. De overige provincies dragen nog een maagdelijke 0. De campagne om in te schrijven is nog maar net gestart, maar een race om van die 0 af te komen sluit ik niet uit.

Een beetje competitie dus, die vooral winnaars moet opleveren. Omdat elke activiteit die bijdraagt aan het tegengaan en stoppen van kindermishandeling waardevol is. Eén Week als motor om de rest van het jaar op door te kunnen dieselen. Het barst immers van de energie als we onze collectieve creativiteit, betrokkenheid en moed aanwenden.

Nu gaat mijn dagelijkse werk niet over ideeën als tentoonstellingen, debatten, lancering van apps, ontbijten en zo meer. Het gaat wel over plannen maken in een taal die is doordesemd met termen als visie, ambitie, strategie en haalbare doelstellingen. Het gaat over sporen, randvoorwaarden, trekkers, verantwoordelijken en middelen. 'Voorlichting en preventie' is zo'n spoor. En 'Signaleren en melden'. Betekenisloos, zolang het alleen bij tekst blijft.

Zonder activiteiten en zonder mensen die de activiteiten uitvoeren kom je er niet. Zonder ideeën evenmin, want dan staat vernieuwing stil. Vernieuwing is nodig, omdat er nog altijd te veel mishandelde kinderen zijn. Alle inspanningen ten spijt, wat we doen is niet genoeg of niet goed of beide, anders hadden we minder mishandelde kinderen. Logisch, nietwaar?

Daarom is de Week van Kinderen Veilig een mooi initiatief. Omdat het nieuwe energie losmaakt, omdat het oproept tot activiteiten en daarmee ideeën genereert die bijdragen aan vernieuwing en aan een betere aanpak van kindermishandeling. En bovendien, zonder de Week van Kinderen Veilig was  mijn blog er niet geweest. Dat ik na de vakantie weer meer lezers gun, de dagteller staat intussen op 2....




26 juli 2014

Andere koers


De omvang en ernst van de ramp dringen zich andermaal en in doordringende stilte op. Het eindeloze uitladen en overbrengen van kisten naar de lijkwagens op vliegveld Eindhoven voltrekt zich voor de derde dag. Alleen het klapperen van vlaggen tegen de masten breekt door de lucht en zo nu en dan een commando voor de dragers. Er volgt nog een dag.

Toch gaat intussen, zoals het cliché luidt, het leven gewoon door. Anders, maar toch. En is er nog steeds reden om de link naar het thema van dit blog, kindermishandeling, te leggen: heel wat kinderen zijn er dagelijks beroerd aan toe omdat hun fundamentele bescherming faalt.

In februari ging mijn blog Wake-up call over vechtscheidingen, waarbij ouders met elkaar zo in strijd zijn dat het welzijn van hun kinderen daaraan ondergeschikt is geworden. Het woord vechtscheiding is volgens mij nog relatief nieuw maar al helemaal ingeburgerd. Even googelen en de hits vliegen je om de oren, evenals de tips om een vechtscheiding te voorkomen. Vechtscheidingen genereren enorm veel onmacht, dat lees ik eruit af. Mediators worden ingewisseld voor advocaten, rechters krijgen telkens terugkerende zaken te bespreken over eigendomsrecht en omgangsrecht en kinderen raken steeds verder in de knel. Gedwongen bemoeienis van jeugdzorg werkt vervolgens als het aanstampen van buskruit. En dus zoeken velen naar oplossingen, of het nu bemiddelaars zijn, hulpverleners of de overheid zelf.

De brief van Villa Pinedo in het al genoemde blog 'Wake-up call' is de belangrijkste oproep tot een staakt-het-vuren. Dat veel ouders ook zelf uit de klem, die ze met elkaar veroorzaken, willen komen blijkt intussen uit de wachtlijsten voor Kinderen uit de knel, een programma van het Lorentzhuis en het Kinder- en Jeugdtraumacentrum (KJTC).

Ook op ander niveau houden vechtscheidingen de gemoederen bezig. Het is één van de speerpunten van de Taskforce Kindermishandeling, die er in mei een expertmeeting aan wijdde. Verder wil de rijksoverheid door een effectievere aanpak van problematische scheidingen vooral de positie van kinderen verbeteren. Daarom heeft het ministerie van VWS via ZonMW een vraag uitgezet voor vier gemeentelijke pilots om "te experimenteren met het organiseren van (preventief) hulpaanbod door samenwerkende instanties aan gezinnen die te maken hebben met een (problematische) scheiding."

Pilots en experimenteren: het laat zien dat we nog geen afdoende antwoorden hebben op de vraag hoe we de zaken moeten aanpakken. Al blijft elke oplossing in mijn ogen in hetzelfde geworteld: dat vechters zichzelf de maat nemen (al dan niet met hulp) en erkennen dat ze zelf aan het roer staan en dus een andere koers kunnen inslaan.

19 juli 2014

Ramp



Sinds donderdag is het leven even niet meer normaal. Een vliegtuig in de Oekraïne uit de lucht geschoten. Ik hoorde van een collega dat een toestel uit Amsterdam was neergestort en ik wist niet hoe snel ik aan alle mogelijke beschikbare informatie op internet moest komen. Toch was de ramp nog niet meteen allesoverheersend. Het was een warme avond. We brachten die door aan zee, waar het nog druk was en de zon zich op zijn mooist liet ondergaan. Het vliegtuig kwam af en toe wel ter sprake, maar het was nog een verhaal van ver weg.

Op de terugweg kregen we via de autoradio flarden mee van de persconferentie. Daarna legde luchtvaartdeskundige Benno Baksteen uit wat hij kon afleiden uit de feiten: dat het meest waarschijnlijke scenario inderdaad het neerhalen van het toestel was. Vanaf dat moment besefte ik dat de gevolgen van deze crash anders zouden zijn dan wanneer het om een technisch falen was gegaan. Direct werd voelbaar hoe politieke instabiliteit en ermee gepaard gaand geweld onnoemelijk veel persoonlijk leed veroorzaakt. Leed, dat miljoenen mensen in de wereld dagelijks ervaren, maar dat nu geconcentreerd en snoeihard onze eigen levens raakt.

Fragmentarisch wordt ook duidelijk hoe omvangrijk deze ramp voor Nederland is. Uit sommige berichten lees ik dat er wel tachtig kinderen omgekomen zijn. Wat een impact moet dat hebben op andere kinderen, die ineens hun makkertje, klas- of schoolgenootje zijn kwijtgeraakt. Hoeveel kinderen zouden direct of indirect te maken krijgen met de dood van hun grootouders, hun geliefde tante, hun buurman? Het lijkt me een harde dobber om daar mee om te gaan, zeker als je eigen leven ook overhoop is gehaald.

Het is schoolvakantie en ik heb geen idee hoe scholen die leerlingen zijn verloren daar nu mee omgaan. De deuren van de school openstellen, bijeenkomsten organiseren, alle ouders en kinderen op de hoogte stellen of toch wachten tot de vakantie voorbij is? Zijn juffen en meesters erop voorbereid om kinderen op te vangen die hun vriendje missen of hun liefste oma? Mij lijkt dat alle scholen op een of andere manier moeten dealen met de ramp.

Naast alle hulp die op gang komt voor de direct betrokkenen, krijgen scholen daarom hopelijk ook bijstand. Slachtofferhulp Nederland heeft speciaal ruimte ingericht voor scholen op de website over de vliegramp met de MH17. Wellicht biedt de informatie en de verwijzing naar de toolkit van het Universitair Medisch Centrum houvast en kunnen scholen ook deskundigen inschakelen om hen te helpen. Ook hen wens ik veel sterkte.

13 juli 2014

Vuurtje stoken


Ook planningen lopen soms deuken op. Het begon met uitstel. Mijn vaste blogavond ging op aan een tochtje naar zee. De inhaalpoging op vrijdagochtend sneuvelde eveneens, overdag was er gewoon werk te doen en de avond was voor een druk en prachtig North Sea Jazz. Zaterdag doorkruisten we het land van Rotterdam via Nijmegen naar Maastricht. 's Avonds hield ik een schuin oog op Oranje en buiten werd intussen een vuurtje gestookt. Ik klapte eindelijk mijn laptop open. 

Uit mijn mini-archief diepte ik een bericht op over de Jongerentaskforce, die op zoek is naar nieuwe leden. De Jongerentaskforce is opgericht om jongeren een stem te geven in de aanpak van kindermishandeling. De leden ervan -een aantal van hen heb ik ontmoet- doen dat vol overgave, gewoon tussen de activiteiten van hun dagelijks leven door. Het brengt ze in gesprek met Tweede Kamerleden, bij de Kinderombudsman, aan tafel met de minister. Ze zijn te vinden op scholen, festivals en bij symposia. Vorig jaar verscheen een onderzoek van de Jongerentaskforce. Een boeiend document waarin jongeren onder andere aangeven wie volgens hen het beste kindermishandeling kan signaleren en aanpakken, en welke rol ze daarbij voor zichzelf zien weggelegd. 

Een stevige job dus, voor die jongeren. Dat ze nu op zoek zijn naar nieuwe leden snap ik. Want wat de inzet ook brengt, het kost veel tijd. Tijd die in drukke tienerlevens behoorlijk schaars kan zijn. Zouden jongeren zich gemakkelijk laten werven, vroeg ik me af. Voelen alleen kinderen die zelf mishandeling of verwaarlozing hebben ervaren zich aangesproken? Of zouden anderen, voor wie het wat meer ver-van-mijn-bed is, ook te porren zijn? 

Mijn gedachten gingen naar buiten, waar X onder aansporing van twee meiden van vijftien een vuurtje stookte. Het vuur was er niet alleen voor onze warmte, het diende vooral om een berg marshmallows van een gekarmeliseerd huidje te voorzien. Ik liet de laptop in de steek en voegde me bij de vuurstokers. In mijn achterhoofd de wervingsadvertentie voor de Jongerentaskforce.

De vlammen likten langs de houtbrokken, de meisjes pookten elk met een dikke tak in het vuur en probeerden er een fakkel van te maken. De marshmallows werden aan ijzeren pennen geregen en boven de gloeiende massa gehouden. Ik genoot van de warmte, de knisperende takken en het zachte warme snoepgoed, het woordeloos cement van daar samen zijn. Geen tijd meer voor een blog. Geen geschikt moment voor een praatje over een Jongerentaskforce die nieuwe leden zoekt.

Oranje wint, het vuur dooft, we gaan slapen. Aan het late zondagochtendontbijt vertel ik de meiden alsnog waar mijn blog over gaat en waarom ze  erin figureren...






3 juli 2014

Onmisbaar


Het kan natuurlijk niet, jezelf adviseren. En misschien schuur ik wel langs het randje van wat schrijven op persoonlijke titel vermag. Een beetje kritisch zijn over zaken waar ik zelf aan heb meegewerkt. Toch doe ik het. Omdat ik het belangrijk vind. Het komt omdat het nieuws is, in regionale media wel te verstaan. De colleges van alle zes gemeenten in de regio Amsterdam-Amstelland, hebben ingestemd met het advies voor de inrichting van een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, afgekort tot het tongbrekende AMHK.

Mooi, die gezamenlijke koers, en ook weer niks nieuws onder de zon, want in het hele land vindt deze omvorming plaats en gaan steunpunten huiselijk geweld en advies- en meldpunten kindermishandeling samen. Een goede ontwikkeling, omdat ondanks verschillen die er ook zijn, huiselijk geweld en kindermishandeling zo vaak hand in hand gaan. En omdat ik verwacht dat de aanpak vanuit het AMHK echt effectiever kan verlopen.

Toch geef ik mezelf een waarschuwing (en alle andere AMHK-vormers mogen die zich naar believen ook aantrekken). Of beter gezegd: neem ik een waarschuwing ter harte van een moeder die met huiselijk geweld te maken had, en die ons van advies voorzag tijdens een conferentie over de regionale aanpak. Een moeder die hulp had gevonden in de vrouwenopvang voor haar en haar kind. Een moeder, die niets liever wilde dan haar kind beschermen voor de angst, de onrust, het geweld. Een moeder, die wel naar een steunpunt huiselijk geweld zou gaan, maar met een boog om een centrum heen zou lopen als dat de naam 'kindermishandeling' zou dragen. Het risico ervan beticht te kunnen worden...

De waarschuwing van de moeder leerde me dat mensen die thuis onveilig zijn, zich veilig moeten weten als ze hulp zoeken, advies vragen, informatie willen. Zeker als er kinderen in het spel zijn. En dat luistert nauw. Ervaringsdeskundigen, om dat lelijke woord maar te gebruiken, zijn daarin onze beste adviseurs.

Er komt een nieuwe naam voor het AMHK, heb ik begrepen, een die appelleert aan veiligheid. Toch zit de crux hem niet alleen in de naam, maar ook in bejegening, begrip, deskundigheid en dat soort zaken. Voelen ouders en kinderen zich veilig en ondersteund als ze bij het AMHK aan de bel trekken? Daar moeten we ons van vergewissen. Telkens weer. Daarom heeft een AMHK naast professionals ook ervaringsdeskundigen nodig. En daarom zijn mensen, zoals de moeder van de conferentie, onmisbaar.

27 juni 2014

Halverwege


Een halfjaar is verstreken sinds ik met dit blog begon. Het gevolg van een belofte tijdens de Week van Kinderen Veilig om in 2014 elke week een blog met foto te plaatsen en zo aandacht aan kindermishandeling te besteden. Ook dit jaar komt er een Week van Kinderen Veilig en het is de moeite waard om nu al de website te raadplegen en activiteiten aan te melden.

Voor mij is halverwege zijn een aanleiding om eens terug te kijken. Benieuwd wat het jaar me brengen zal, schreef ik in mijn eerste blog. Toen ik alleen nog wist dat ik zou gaan schrijven, maar nog geen idee had hoe en wat. Ik had niet kunnen bevroeden wat mijn poging teweeg zou brengen. Dat nieuwsberichten, herinneringen, voorvallen, onderzoeken, gesprekken met collega's, kranten en tv-uitzendingen en zelfs vakanties elke week weer aanknopingspunten zouden bieden.

"Een mooi naslagwerk van informatie", zo zei me iemand, is alleen al een effect dat ik vooraf niet had voorzien. En dat ik zo veel aandacht zou krijgen, zoals een link op de website van Amsterdam, een vermelding bij stichting Kinderpostzegels, een verwijzing in een interview op Opbloeien.net. Ik krijg reacties van collega's, professionals en zelfs oud-klasgenoten van lang geleden. In vele nieuwsbrieven is mijn blog genoemd en mijn tweets waarin ik nieuwe afleveringen aankondig worden regelmatig doorgestuurd. Verslaafd aan statistieken raadpleeg ik bijna dagelijks de teller die nu op een kleine 6000 pageviews staat.

Het komende halfjaar zet ik in op weer elke week een nieuwe aflevering, al zal het in vakantietijd soms improviseren zijn. Maar de praktijk heeft me geleerd dat ik aandacht moet blijven vragen, anders kakt het aantal lezers pijlsnel in. Daarom roep ik iedereen op om me daarbij een handje te helpen. Dat kan door me te volgen via Twitter op @barbaraschmeits. Dan krijg je wekelijks een tweet met link, die je ook nog kunt retweeten. Of door de link www.eenjaaroverkinderenveilig.blogspot.nl te verspreiden of op te nemen op eigen sites en in nieuwsbrieven. Onhandigheid met het medium in het begin leidde ertoe dat de e-maillink niet werkte. Maar dat is hersteld dus voor een wekelijkse update is ook het e-mailadres invullen een optie.

Deze keer heb ik me een reclamepraatje voor mijn blog gepermitteerd. Intussen zijn mij ook ideeën aangereikt voor een doorstart. Daar kom ik later op terug. Voor nu wil ik afsluiten met waar het om te doen was. Aandacht besteden aan kindermishandeling. Ik hoop dat ik door de manier waarop ik de aspecten daarvan belicht kan bijdragen aan een klein beetje meer kennis en begrip. Aan iets meer bewustwording. Aan iets meer inzicht in de vele aspecten en verschijningsvormen, maar ook de dilemma's waarmee mensen dagelijks worstelen. Als dat lukt, ben ik in mijn missie geslaagd.


20 juni 2014

Juryrapport


Of ik naar de uitreiking van de innovatieprijs aanpak kindermishandeling wilde komen. Zo werd ik geattendeerd op deze prijs. De agenda liet het niet toe, maar ter compensatie kreeg ik een persbericht en toegang tot het juryrapport.

Dat Klokhuis een goed programma is, heb ik een paar weken geleden al toegelicht, dus dat zij winnaar zijn geworden van de innovatieprijs verbaast me niet.
Maar er was meer te beleven aan het juryrapport, zoals een beoordeling van andere ingediende projecten, die er ook mochten wezen. Een van de genomineerden was stichting STUK die met jongeren kindermishandeling op een fantastische manier aan de orde stelt om professionals van hun onbeholpenheid af te helpen. En een project voor kinderen die geboren worden met FAS (foetaal alcohol syndroom) als direct gevolg van alcoholgebruik van de moeder tijdens de zwangerschap. Toch was het juist de tekst bij Klokhuis die me van verbazing tegen de grond deed slaan (figuurlijk dan).

"Campagnes rond kindermishandeling richten zich meestal op volwassenen, niet op kinderen. Er zijn tot nu toe geen programma's voor kinderen over dit thema. Spots over kindermishandeling mogen alleen na 20.00 uur worden uitgezonden. Te confronterend, vinden sommigen, te beladen en lastig om te bespreken met kinderen. (....)"

Hoe kun je als kind nu weten dat iets niet normaal is in je eigen gezin, of in het gezin van je vriendinnetje, als je er niet over geïnformeerd mag worden? Dus kinderen zijn mans genoeg om mishandeling te ondergaan, maar niet mans genoeg om te mogen weten dat iets mishandeling is en dat er iets tegen te doen is, of dat je hulp kunt krijgen en waar je dan terecht moet. Raar land.

We kijken liever voetbal. Afgelopen woensdag keek de natie weer naar onze oranje toppers in Brazilië. De meesten zagen dus niet dat de VPRO op een ander net de aandacht richtte op het verwennen van kinderen, een thema-avond lang. Als een vorm van verwennen werd het overmatig beschermen van kinderen tegen teleurstellingen genoemd. Met schadelijke gevolgen, want kinderen die niet leren omgaan met tegenslag krijgen het later moeilijk in het leven. Depressies en angststoornissen liggen op de loer. Geen dikke grens tussen verwennen en verwaarlozen, dus.

Geen spotjes over kindermishandeling voor 20.00 uur is ook zo'n vorm van het wegpoetsen van ongemak. Maar om wiens ongemak gaat het nu eigenlijk? Want volgens mij vinden kinderen het helemaal niet erg als het af en toe piept en schuurt.







12 juni 2014

Moedig



'Moedig', zeiden de mensen in een volgepakt Paushuize in Utrecht. Het was een uitspraak tijdens de presentatie van het onderzoek "Doorbreken geweldspatroon vraagt gespecialiseerde hulp", van het Verwey-Jonker Instituut op 4 juni jl. Het onderzoek, naar de effectiviteit van de aanpak huiselijk geweld, was uitgevoerd in opdracht van de vier grote steden (de G4: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht). Moedig, dat de steden dat onderzoek hadden laten uitvoeren. En ja, ik voelde me -als een van de betrokkenen uit de G4- zeker vereerd met al die loftuitingen. Maar de echte moed, die zat elders.

Over een periode van anderhalf jaar voerden onderzoekers talrijke gesprekken met een grote groep gezinnen met kinderen, vanaf het eerste moment dat ze met hulpverlening in contact kwamen vanwege huiselijk geweld. Moedig waren daarom vooral al die moeders, soms vaders en veel kinderen die, ondanks heftige problemen, aan het onderzoek hebben meegewerkt en bereid waren zich tot drie keer toe te laten bevragen op van alles en nog wat: inkomen, stressfactoren, drankgebruik, ervaren geweld en ja, hoe vaak ze ook zelf de mist in gingen. En wat ze vonden van de ontvangen hulp en of het wel had geholpen. Daarom waren de hulpverleners die zich lieten bevragen minstens zo moedig, want het vergrootglas kwam ook op hun inspanningen te liggen.

Want tjonge -en dan kom ik bij de inhoud van het onderzoek: die uitkomsten vielen niet mee. Ik dacht dat ik wel aardig zicht had op wat er speelde. Maar als je in harde cijfers ziet, wat het verschil is tussen mensen die wel en niet blootstaan aan huiselijk geweld, dan schrik je je het apelazerus. Ga er maar aan staan: gemiddeld 126 geweldsincidenten per jaar per gezin. En de mate waarin kinderen last hebben van trauma's door het blootstaan aan geweld is wel een factor 10 hoger dan wanneer ze veilig kunnen opgroeien. Het goede nieuws was, dat na de interventies het geweld substantieel was afgenomen. Maar slecht nieuws was er ook: na anderhalf jaar was het geweld in 50% van de onderzochte gezinnen nog altijd onaanvaardbaar hoog. En dat is natuurlijk verre van effectief.

Behalve cijfers bevat het onderzoek ervaringen van de betrokken gezinnen en van hulpverleners. Wat vooral duidelijk wordt is hoe ontstellend complex het is om geweld goed aan te pakken en vooral kinderen weer een veilige jeugd te bieden. Er valt nog heel wat aan de aanpak te verbeteren, laten de aanbevelingen ons weten. Dat vraagt dan weer om onszelf de maat te nemen, ons af te vragen wat beter kan en daar dan ook met elkaar naar te handelen. En kijk, een beetje moed is dan nooit weg.

5 juni 2014

Metro


Ik hou wel van de metro. Waar dagelijks duizenden mensen uit alle hoeken van Amsterdam en dus eigenlijk van de hele wereld bij elkaar in een metalen busje ondergronds gaan. Zal wel komen door mijn naam. Bij de bouw van de Noord-Zuidlijn is niet voor niks een beeldje van St. Barbara ingemetseld om de tunnelbouwers te beschermen. Ook goed voor mijnwerkers en doodgravers, gewoon voor alles wat de grond in moet. Maar dat terzijde.

Die metro dus. Vandaag kwetterde er een groep kinderen, in kleurige hesjes gestoken, zodat ze door de begeleidende juffen gemakkelijk gesorteerd konden worden. Bij het uitstappen boog een juf zich voorover om een kind te vertellen welke kant ze uit moest. In een doorgaande beweging gaf ze het meisje een kusje op de slaap. En of het daar nu door kwam, maar ineens schoot me een tafereel te binnen van een paar weken daarvoor. 

Terwijl ik instapte, naderde een vader met twee kinderen aan de hand. Een oudere man liep de metro in en de jongste van een jaar of drie hupte hem achterna. De ander, een jaartje ouder, bleef aan de hand van zijn vader kleven. Die nu toch aandrong dat het joch ook moest gaan. Diens lip begon te trillen, daarna volgden dikke tranen en een diep intens huilen. 'Maar jochie,' zei de man, 'je gaat nu met opa mee en papa is er over een paar uurtjes weer.' Snik, afscheid. De deuren sloten zich, het kind onverbiddelijk afsluitend van zijn vader.  

Een nauwelijks tembare impuls kwam in me op het jongetje te troosten. Maar dat was niet aan mij en het was niet nodig. De opa aaide hem over zijn bol en leidde hem met zachte druk  naar de stoel waar zijn broertje zat. Nog voor we bij het volgende metrostation kwamen, waren de tranen al opgedroogd. 

Toch zette het me aan het denken. Dat kind was met liefde omgeven, dat voelde je. Een kind om te koesteren. Dat heb ik niet bij alle kinderen. En ik vroeg me af wat het verschil maakt. Het was ontroerend toegankelijk verdriet, wat ik zag. Maar je hebt ook stil en afstotend verdriet. Dat ongemak inboezemt, dat je uit de weg wilt gaan. Zou het soort verdriet van kinderen afstralen? Zou gebrek aan liefde daardoor ook gebrek aan bescherming veroorzaken? Omdat lelijk verdriet geen impuls om te troosten oproept? 

Ik weet niet of het zo is, ik vraag het me gewoon af. Het zou de moeite van het onderzoeken waard zijn. Want stel dat dat zo is, dan hebben we nog hele andere barrières te slechten om kinderen te beschermen. Die in onszelf. 

30 mei 2014

Voetbal


Het is donker in de kamer. De gordijnen zijn misleidend want daarachter klinken de geluiden van de ontwaakte dag in het Franse Sarreguemines. Auto’s rijden af en aan en ik hoor het slijpende geluid van ijzeren wielen over rails. Ons hotel ligt tegenover het station van deze voormalige mijnwerkersplaats. Geen uitstel meer, ik moet aan de slag.

We kwamen er vrij laat aan, gisteren, en ik tolde doodmoe in bed. Gedurende de nacht hield een aanhoudende lage bromtoon me een tijdje uit de slaap. De excuusopties kwamen voorbij: paar dagen uitstel, weekje overslaan? Tsja, voelt toch als deserteren. Serieuzer probleem is dat de internetverbinding het nog niet doet.

De onthouden slaap was ook goed mijn thema nog eens te doordenken. Lucky Ajax. Dat voetbal opnieuw een aanleiding is… ik geef er niet intens om, al kan ik een zekere selectieve oranjelievendheid tijdens grote toernooien zoals het aanstaande WK niet ontkennen. Maar Lucky Ajax is van een andere klasse. De wereldtop van toen, denk aan Sjaak Swart, Richard Witsche, de broers De Boer, Stanley Menzo, balt nog graag een potje in de nabijheid van de jongens die het nu moeten maken. En op 3 juni spelen ze een bijzondere wedstrijd.

Een wedstrijd tegen het team huiselijk geweld van Amsterdam, een samenraapsel van spelers van steunpunt huiselijk geweld, GGD, politie, hulpverleners en gemeente. Om met die wedstrijd aandacht te vragen voor partnergeweld. Hoe ingrijpend dat is, partnergeweld, zeker als er kinderen bij betrokken zijn, weten we. En daar kom ik nog op terug binnenkort.

Voetballen tegen grote mannen: het was niet moeilijk om daar vrijwilligers voor te vinden. De geselecteerden van dit team zijn minstens zo trots als hun oranje counterparts in Brazilië. Maar als die laatsten het verprutsen en het sjagrijn is in te veel alcohol gesmoord vallen bij de ongeremde fans de klappen. Zo hebben voetbal en huiselijk geweld ongewild met elkaar te maken.

Daarom is het mooi dat nu de grote namen van weleer zich willen verbinden aan de strijd tegen huiselijk geweld. Als rolmodellen voor onze gewenste toekomst. Ze spelen op het veld waar onze veelbelovende jeugd doorgaans speelt. En ze kunnen vast nog heel veel toeschouwers gebruiken. Kortom: op naar De Toekomst!

22 mei 2014

Klokhuis


Weet je de ene week niet hoe je aan een onderwerp moet komen, de andere week struikel je erover. Zoals woensdag om precies te zijn. Wat wil je ook. 's Morgens bij de opening van EUCCAN, het Europees congres over kindermishandeling. Gedragswetenschappers, medisch specialisten, forensisch onderzoekers en tal van andere deskundigen uit 22 landen zijn deze week verzameld aan de Sloterplas. Lezingen, workshops, parallelsessies die genoeg opleveren voor de rest van het jaar.

's Middags op naar het Ketelhuis, voor de presentatie van het onderzoek van kinderombudsman Marc Dullaert naar de stand der zaken in de gemeenten. Is preventie van kindermishandeling daar wel op orde? Nou, tsja, niet echt, kan beter. Wel veel beleid, maar kinderen en ouders worden nog te weinig bereikt. En kijk, als het om gemeenten gaat, dan komt het dichtbij. Ik weet in ieder geval wat me te doen staat: uitpluizen hoe het eraan toegaat in Amsterdam en wat er beter kan. Mooie woorden waren er wel, dus dat geeft alvast moed. En de aangeboden gereedschapskist nodigt uit tot grasduinen.

Maar vooral was er Kim. Daar stond ze dan, een blonde schoonheid, in strak groen en hooggehakt, op het podium, naast de burgemeester en tegenover de zaal vol mensen uit 22 landen aan de Sloterplas. Ze kreeg een rapport aangeboden van het Trimbos Instituut. Niet voor niks. Want Kim speelde een hoofdrol in uitzendingen van Klokhuis over kindermishandeling. En die uitzendingen én het bijbehorende lespakket, zo had Trimbos uitgezocht, zorgden ervoor dat kinderen vaker over kindermishandeling spraken en na de uitzendingen ook vaker met de Kindertelefoon belden.

Daarom hebben wij mensen als Kim nodig. Kim heeft de moed om over haar eigen ervaringen op tv te praten. Dat is niet niks voor zo'n taboe-onderwerp. En intussen stimuleert ze, zelf intussen mega-krachtig, andere kinderen om te praten over mishandeling. En daarom hebben we programma's als Klokhuis nodig. Omdat je dan kunt leren wat plastic soep is, hoe een computerbrein werkt en waarom Michiel de Ruyter zo bijzonder was. Of wat kindermishandeling is, hoe je dat merkt en wat je eraan kan doen. In televisieland is dat ook moed, leerde ik gisteren. Het is afrekenen met de mythe, dat kinderen alleen maar vrolijke dingen mogen zien, omdat ze anders niet zouden kunnen slapen.

Pfoe. Is kijken naar Kim dan eng? Kom nou. Ik zou zeggen: snel naar Klokhuis via deze link en kijken. Dan slaap je maar een nachtje niet.

15 mei 2014

Songfestival


'Maar je gaat het toch zeker over dat liedje hebben? X vindt het maar raar dat ik me afvraag waar mijn blog deze week over moet gaan. Het kwartje valt niet meteen, het is nog vroeg. 'Je weet wel, het songfestival'. O ja. Meteen krijg ik weer de pest erover in, dat ik hartelijk bedankt werd voor mijn stem, maar dat die wel mooi te laat was. Hongarije moest het zonder mijn punt doen.

Waarom Hongarije? Noem het beroepsdeformatie. Of dat ik toch iets moest hebben om een keuze te kunnen maken en zoveel liedjes, dat hou ik gewoon niet uit elkaar. Of dat ik voor de inhoud ga. Of dat het toch gewoon een mooi liedje was. Mooi? Intens is een beter woord. Intens, tussen alle glamour en visueel geweld door.

Het gaat natuurlijk over András Kállay-Saunders en het liedje "Running". Ik begreep dat ruim vijf miljoen mensen in Nederland -en nog vele tientallen miljoenen elders in Europa- naar het songfestival hebben gekeken. Zouden al die mensen zich ervan bewust zijn geweest waar het over ging toen hij zong:
  She cries cries cries
  she's all alone
  Daddy why why why
  Leave me alone
  She calls for help
  She calls for help
  But no one seems to care
  She calls for help but no one seems to care 
?

Nu ik erover nadenk was het natuurlijk prachtig en dapper. Een statement. In een wedstrijd vanuit het diepst van je ziel het halve continent een spiegel voorhouden door kindermishandeling onder de aandacht te brengen. Dat krijg ik met mijn blog niet klaar (al doe ik mijn best).

Toch zit er ook een wrange kant aan. In gedachten zie ik hoe András concerten zal geven, in talkshows zal verschijnen, op festivals gaat optreden. Dat Running altijd weer op het repertoire zal staan en dat de concertgangers het lied kunnen dromen. Dat dan luidkeels in zaal of stadion zal klinken dat niemand zich wat ervan lijkt aan te trekken dat een kind om hulp roept. Maar dat die tekst geen betekenis meer heeft, hij zingt -armen hoog, lichtjes in de hand- gewoon zo lekker mee. En dat zou dan weer jammer zijn.